
In 2024 werden er maar liefst zestien keer meer zonnepanelen geïnstalleerd dan in 2023. En die groei zet zich voort: heel wat projecten zijn momenteel in uitvoering of voorbereiding. Dat blijkt uit cijfers die Kamerlid Bert Wollants opvroeg bij bevoegd minister Matz. Waar het de voorbije jaren amper vooruitging, is er nu duidelijk een inhaalbeweging bezig.
Trage start
Tijdens de vorige legislatuur werden er slechts mondjesmaat zonnepanelen geplaatst op het omvangrijke gebouwenpark van de federale overheid. Volgens de overheid lag dat aan een gebrek aan inzicht in de toestand en oriëntatie van de daken en de bestaande elektrische installaties. Daardoor bleef het resultaat beperkt: in 2023 werden er amper zonnepanelen geïnstalleerd, goed voor het verbruik van slechts een tiental gezinnen (36 kilowattpiek of kWp). Ter vergelijking: in 2024 ging het al om zestien keer zoveel, zo’n 567 kWp.
Inhaalbeweging
Kamerlid Bert Wollants is tevreden dat de federale overheid eindelijk in actie schiet. “Met gerichte, rendabele investeringen in zonne-energie doet de federale overheid nu ook haar duit in het zakje. Het kostte de nodige aansporing, maar de zonnepanelentrein is eindelijk vertrokken. Dat is goed nieuws, want door slimme projecten om zelf energie op te wekken, kan de overheid heel wat besparen.”
Vlaanderen op kop
De projecten zijn verspreid over de verschillende gewesten. Vlaanderen is koploper met 60,5 procent van de zonnepanelen, tegenover 35 procent in het Waals Gewest en ongeveer 4,5 procent in Brussel. Opvallend is dat het merendeel van de recente installaties werd uitgevoerd via het raamcontract van het Vlaams Energiebedrijf, dat enkele jaren geleden door de Vlaamse overheid werd opgericht. “Een mooi voorbeeld van hoe Vlaanderen de federale overheid op weg hielp naar een duurzamer beleid”, besluit Wollants.